top of page
Zoeken

"Onverwachte momenten in een verdwenen Spanje"

Recensie fotoboek in de Boekenkrant: Altea y Otros Sitios (1956–1968) Maandag, 8 september, 2025

Geschreven door: Hester Carvalho, Hilga Miller

ree

Artikel door: Chris Reinewald

Met haar in eigen beheer uitgegeven fotoboek brengt de nu 93-jarige Hilga Miller de kijker/lezer terug naar het nog niet toeristische Spanje tussen 1956 en 1968. Hoewel zij niet beroepsmatig fotografeerde kan zij zeker tippen aan vergelijkbare sociale fotografie van Henri Cartier-Bresson.

AstmaOnder dictator Franco raakte de republiek Spanje sterk in zichzelf gekeerd. Van toerisme was nog amper sprake. Door ieder jaar te overwinteren in de nog arme kustplaats Altea wilde de Nederlandse Hilga Miller ontkomen aan haar astma in het koude Nederland.

Ze raakte snel opgenomen in de dorpsgemeenschap en mocht de bewoners fotograferen. De contrastrijke zwartwit scènes beantwoorden aan het beeld wat je van het toenmalige Spanje hebt. Mannen, tokkelend op gitaren. Hese keelstemmen. Rimpelgezichten. Vrouwen van net boven de 40, jonge weduwes in zwarte kleren. Verloren ze hun man als soldaat in de Burgeroorlog (1936-39)? Maar daarover sprak je niet. Men wíst het, dat was genoeg.

In Spanje leefde je een hard, rauw bestaan. Zelfs de dorpskinderen zien eruit alsof ze al van middelbare leeftijd zijn.

TijdsdocumentDoor te fotograferen wat haar opviel schiep Miller onbewust een tijdsdocument, die je tijdloos kunt noemen. De religieuze of wrede volksfeesten waaraan het hele dorp meedeed, hadden ook in voorgaande eeuwen zo plaats gevonden kunnen hebben. Die ene auto verraadt dat we daadwerkelijk in de 20e eeuw moeten zijn. De foto’s van wit gesausde vissershuisjes met strategisch ervoor staande zwart geklede bewoners doen denken aan werk dat de fotograaf Henri Cartier-Bresson maakte. Maar Miller was geen professioneel documentair fotografe.

In het interview dat Hester Carvalho voor het boek maakte vertelt Miller dat ze ook als fotograaf een outsiderspositie had:

“Wie in Altea een foto of portret wilde ging naar de gebroeders Coello, Pepe en Francisco, met hun fotowinkel. Mijn aanpak was onbekend. Ik was een straatfotograaf, op zoek naar onverwachte momenten.”

Over Millers eigen achtergrond lees je weinig. Had ze bijvoorbeeld een beeldende of journalistieke opleiding? [Iemand meldde mij dat zij de de Kunstnijverheidschool IVKNO deed, afdeling typografie maar deze niet voltooide, CR] Hanteerde ze de fotocamera, na de Tsjechische Flexaret, een Japanse Nikon spiegelreflex nu een iPhone, puur als tijdverdrijf? En waarom werden de toen exotische foto’s eigenlijk nooit als serie in een opinietijdschrift of damesblad geplaatst?

Wel vertelt de hoogbejaarde hoe ze destijds met een Flexaret-toestel, gekregen van haar broer, werkte: “Het was een camera, waar je van bovenaf in keek. Dan zag je een beeld van zes bij zes centimeter. […]”

In Spanje was Miller was nooit eerder geweest. Ze besefte dat het een andere wereld was, vergeleken bij wat zij kende in Nederland, Frankrijk en Schotland:

“Ik was direct gefascineerd door wat ik om me heen zag, het dorp en de omgeving.​Terugkijkend kan ik het alleen maar omschrijven als ‘grafisch’. Door de strakke lijnen en het diepe zwartwit. In het dorp zag ik de zwartgeklede mensen en de huizen die helemaal wit waren, met verf bladderend van de muren. De vorm van de huizen en de gebouwen was een beetje kubistisch, met die vierkante vlakken en de schaduwwerking door het felle licht. Ik vond het verbijsterend mooi. Als ik door het dorp liep stond er altijd wel ergens een deur open. De ruimte die ik zag was zo goed als leeg. Er stonden misschien twee stoelen, er was een nisje in de muur met daarin een mariposa, zo’n schaaltje met een pit in olie dat een zwak lichtje gaf. En ergens achterin stond een tafel. Die stijl en eenvoud was voor mij nieuw en speciaal.”

Misschien omdat ze zich in Altea teveel thuis voelde trok Miller later naar het meer meedogenloze Extremadura en ook naar Portugal om te fotograferen. Deze beelden doen qua sfeer denken aan de verpletterende roman De Vlucht van Jesús Carrasco (2013) dat zich in Extremadura afspeelt en zich (aanvankelijk) ook buiten de tijd lijkt af te bewegen.

KerkhofEén foto blijft op je netvlies achter. Het is een bepaald morbide tafereel. Op het kerkhof met muurgraven worden eens in de twintig jaar de grafnissen geruimd. Daarvoor worden de kisten uit de muur geschoven. Een oude vrouw houdt met haar linkerhand het deksel van een neergezette kist omhoog. Met haar rechterhand lijkt ze langs het gezicht van de dode te strijken. Een gebaar van tederheid. Dan trekt je blik naar de zwarte puntschoenen die vanonder uit de kist omhoog steken. Opmerkelijk, want in het dorp liep iedereen blootsvoets of op espadrilles van gevlochten touw. Deze prima lederen schoenen zijn in ieder geval nog lang nietvergaan. Waar anderen gruwen van de onprettige scène, draait Miller haar hoofd niet weg maar drukt met – mededogen – af. Dat maakt haar tot een oprechte mensenfotograaf.





 
 
 

Opmerkingen


© 2025 gemaakt door M.J.van Mourik

bottom of page